Interview projectleider Thomas Dijksman


Thomas Dijksman, projectleider in jeugdhulpregio West-Brabant West vertelt over de totstandkoming van de Regiovisie.

Waarom hebben we een Regiovisie nodig?

“Het belangrijkste is dat we afspraken met elkaar maken over de regionale samenwerking tussen gemeenten en jeugdhulpaanbieders. Dit om de beschikbaarheid, continuïteit en kwaliteit van jeugdhulp voor onze inwoners te borgen. De Regiovisie an sich is maar een document. Hierbij is het van belang dat gezinnen niets merken van wat er achter de schermen geregeld moet worden om jeugdhulp te kunnen bieden. Ook in bovenregionaal verband is samenwerking belangrijk om ervoor te zorgen dat schaarse vormen van jeugdhulp beschikbaar zijn en blijven. De doelen vatten we samen in deze Regiovisie, een kader om de gemaakte afspraken te kunnen uitvoeren.”

Een ouder: ‘Ik hoop echt dat degenen die na mij komen geen last meer hebben van wat er in het verleden niet goed gegaan is. Daar draag ik graag aan bij.'

In welke mate neem je de opbrengsten van de gesprekken mee? En waren er grote meningsverschillen?

“Het jeugdhulpstelsel in de regio is opgebouwd en ontstaan uit de visie van inwoners, jeugdhulpaanbieders en gemeenten. Dat was ook nu de basis van het proces om te komen tot een nieuwe Regiovisie. Je zou kunnen zeggen dat het document een mooie samenvatting is van alle verschillende perspectieven van de betrokkenen bij de jeugdhulp. Uiteraard waren er dilemma’s. Waar de één de drempel tot jeugdhulp te hoog vindt, zegt de ander juist dat we vaker ‘nee’ moeten zeggen. De onderlinge verschillen over het organiseren van jeugdhulp hebben we met elkaar bediscussieerd.”

De grote gemeenschappelijke deler is opgenomen in de Regiovisie. Waar het gaat over de inhoud van de jeugdhulp vindt bijna iedereen hetzelfde belangrijk. Samen hebben we de belangrijkste waarden geselecteerd om te kunnen bepalen welke noodzakelijke doorontwikkelingen we de komende jaren te doorleven hebben. Tijdens de gesprekken ontstond er meer wederzijds begrip voor elkaars werk, maar vooral ook voor de impact van keuzes op de gezinnen in onze gemeenten.”

In groepjes zijn gesprekken gevoerd met zorgprofessionals, raadsleden, collega’s bij gemeenten, ouders en jongeren, 13 groepen in totaal. Hoe was dat?

“De constructieve houding, de openheid en oprechtheid vond ik heel waardevol. Het biedt perspectief voor de samenwerking. Van een aantal deelnemers kregen we terug dat het fijn was om echt de tijd te nemen voor ieders perspectief. Laten we het beter doen met elkaar, was het motto.

Ook met gemeenteraadsleden hebben we een dergelijk gesprek kunnen voeren. Zonder politieke context inhoudelijk eens van gedachten wisselen in het gemeenschappelijk belang, mooi was dat. Om bij besluitvorming ook de kaderstellende rol goed te kunnen vervullen, staat er naast de regionale insteek ook een paragraaf voor de gemeente zelf in de Regiovisie. Ouders namen vooral deel aan de sessies voor andere gezinnen, zodat zij niet tegen dezelfde strubbelingen oplopen als die zij zelf hebben ervaren. Aanbieders ervaren onze regio als koersvast en betrouwbaar. Dat vond ik een mooi compliment.”

Een ouder: ‘Je mag best ‘nee’ zeggen, maar help me dan bij het alternatief’.

Hoe verloopt het Regiovisie-traject het nu verder?

“Het voorstel voor de Regiovisie wordt voorbereid door beleidsadviseurs en vervolgens getoetst in de colleges van B&W in de negen gemeenten. Omdat het huidige beleidskader in december afloopt is het van belang dat gemeenteraden uiterlijk in die maand een besluit nemen. Bij positieve besluitvorming is de Regiovisie het beleidskader jeugd voor de komende vier jaar, aansluitend bij de reguliere doorlopende werkzaamheden. Vanaf 2022 gaan we op basis van de Regiovisie het beleid uitvoeren, zoals de nieuwe inkoopstrategie en de bijbehorende ontwikkeldocumenten. We blijven oplossingen zoeken voor de knelpunten en de hiaten vanuit onze gezamenlijke waarden.”

Opvallende inzichten opgedaan?

“Het was een heel intensief proces; van tevoren kun je niet inschatten hoeveel mensen zich zo betrokken voelen bij de uitvoering van het jeugdhulpstelsel. Ik ben er trots op dat we in West-Brabant West dit proces zijn aangegaan en dat ik er onderdeel van mocht zijn. Professionals willen vooral worden ingezet op een manier waarop gezinnen maximaal profijt van hen hebben. Ouders en jongeren benadrukten vooral als ‘mens’ gezien te willen worden gezien in plaats van als ‘hulpvrager’. Verder had ik verwacht dat verschillende betrokkenen zouden zeggen dat goede jeugdhulp altijd en voor iedereen beschikbaar moet zijn. Die verwachting werd bijgesteld, omdat vanuit meerdere perspectieven werd aangegeven dat het logisch is dat de jeugdhulpportemonnee niet bodemloos is.” Ook ouders zeiden dat niet iedereen die om zorg vraagt, jeugdhulp moet krijgen. We zijn het veel te normaal gaan vinden dat er specialistische jeugdhulp moet worden ingeschakeld. Soms kan het echt anders.”

Raadslid: ‘De maatschappelijke verwachting van jeugdhulp is hoog, met het idee dat alles altijd beter moet. We zijn beter geworden in het ontdekken van problemen. Maar anders zijn is ook oké. Soms is een ‘6’ ook gewoon goed genoeg.’


Vrouw met dochter en zoon lopend door de winkelstraat

Dit interview is ook in pdf formaat beschikbaar.